Stormen van wind en sneeuw

Op het noordelijk halfrond zijn we in volle winter, en in het bijzonder in IJsland hebben we nu een periode vol sneeuw, wind, duisternis, koude en noorderlicht; natuurlijke verschijnselen die ons uitnodigen tot nadenken.

Op onze terugweg van de Geestelijke Oefeningen, geleid door een van onze priesters in Luxemburg, kwamen we terecht in een zeer sterke storm. Daardoor liepen we niet alleen vertraging op bij het opstijgen, maar moest de piloot een heel aantal manoeuvres en bochten in de lucht uitvoeren voordat hij de juiste hoek en het juiste moment vond om te landen. En ondanks dit alles liet de sterkte van de storm ons nog niet toe om het vliegtuig te verlaten, gedurende meer dan vijf uur; we voelden hoe de wind het hele vliegtuig deed bewegen en we zagen de sneeuw aan 50km per seconde voorbij vliegen.

In de Bijbel wordt sneeuw dikwijls gebruikt als voorbeeld van blankheid[1] en zuiverheid; de evangelist Lucas op zijn beurt laat zien hoe Jezus de storm bedaarde die de boot teisterde waarin hij zich met de apostelen bevond.[2]

Deze verschijnselen nodigen ons uit om na te denken over hoe noodzakelijk het is om onze toevlucht te nemen tot God temidden van de storm, en erop te vertrouwen dat, zelfs al zijn onze zonden zo rood als purper, ze door Gods vergeving zo blank als sneeuw zullen worden. God is een Goede Vader, vol verlangen dat we onze toevlucht tot Hem nemen; Hij staat altijd klaar om ons te vergeven; van onze kant is het alleen maar nodig om op Hem toe te snellen met vertrouwen en met een berouwvol hart.

Midden in een storm vol wind en sneeuw kan iemand zich goed voorstellen hoezeer de zielen lijden wanneer ze worden onderworpen aan de zielenstormen; de zonde die de ziel tot slaaf maakt, haar verstikt en moeilijk maakt om het Licht, het Goede, de kalmte te zien. Dit is precies wat zoveel heiligen heeft aangespoord om zich in te spannen om zielen te helpen om toenadering te zoeken tot de biecht, tot een oprecht berouw en om het aan te durven om terug te keren tot God met hun hele hart, hun hele verstand, hun hele ziel, met hun hele wezen.

Don Bosco leerde aan zijn jongens dat de sacramenten die hen naar de Hemel zouden brengen, er twee zijn (als twee vleugels): goede biechten en heilige communies.

Jezus Christus liet aan zijn Apostelen de macht om zonden te vergeven en op die manier aan de zielen de mogelijkheid te bieden tot de waardige ontvangst van het Lichaam van Onze Heer. God verwaardigt Zich van Zijn priesters om dit sacrament toe te dienen. Van hen neemt Hij hun lippen en handen om de woorden uit te spreken die ons van onze zonden ontslaan en die het Kruis maken waardoor onze zonden vergeven worden.[3]

Wat een grandioos mysterie van liefde, waarin de Almachtige God zich verwaardigt om van werktuigen gebruik te maken voor een zodanig sublieme daad; die van het terugbrengen van vrede aan de zielen en het hen vullen met Zijn Genade!

Wat moeten wij doen? Hoe antwoord te geven aan een zo grote fijnzinnigheid?

De beste manier is om ons op de beste manier uit te rusten voor de ontvangst van de sacramenten en te besluiten om tot God te naderen met een zuivere ziel. Om de stormen die onze ziel teisteren, achter te laten, en onze ziel wit te wassen, met een oprecht berouw en het sacrament van de biecht; en op die manier het mogelijk te maken om te groeien in liefde voor God en voor onze naaste.

Om een goede biecht te kunnen afleggen, is het nodig om een goed gewetensonderzoek te doen om ons de begane zonden te herinneren, om er berouw over te hebben, dat is te zeggen, om verdriet te voelen dat we ze begaan hebben en om de vaste beslissing te nemen om ze nooit meer opnieuw te begaan; om ze tegen de biechtvader uit te spreken en de penitentie uit te voeren, die hij ons oplegt.

De Kerk vraagt ons om tenminste één keer per jaar te biechten, wanneer we in levensgevaar verkeren of ter gelegenheid van Pasen. Maar het is geweten dat wanneer de ziel zich in doodzonde bevindt, het meest raadzame is om onmiddellijk de toevlucht te nemen tot het sacrament van de biecht. Want de doodzonde verwijdert ons compleet van God en maakt ons zonder genade, de liefde van God woont niet in de ziel die in doodzonde verkeert.

De Catechismus van de Katholieke Kerk zegt ons: „Hij die zich ervan bewust is een doodzonde bedreven te hebben, kan de heilige communie niet ontvangen zonder eerst de sacramentele absolutie verkregen te hebben, zelfs wanneer hij diep berouw heefr, tenzij hij een ernstige reden heeft om te communiceren en het hem niet mogelijk is zich tot een biechtvader te richten. Kinderen moeten tot het boetesacrament naderen, voordat zij de eerste heilige communie ontvangen (Cat 1457).“

Don Bosco vertelt dat zijn moeder Margarita hem voor zijn eerste biecht en communie deze raad gaf: „Mijn lieve Johannes, God maakt een groot geschenk voor jou gereed. Zorg ervoor dat je je goed voorbereid, dat je biecht en dat je niets achterhoudt in de biecht. Vertel Hem alles, heb berouw om alles, en beloof aan God dat je in het vervolg beter zult zijn.“[4] Nadat hij priester gewijd was, biechtte hij iedere week bij Don Cafasso. En een van de voornaamste taken van zijn leven was om de biecht af te nemen.

Wat betreft hoe vaak iemand te biecht zou moeten gaan, gaf Don Bosco het volgende advies: „Welnu, wie een beetje aan zijn ziel wil denken, laat hem één keer per maand gaan; wie zijn ziel wil redden, maar het niet zo vurig voelt, laat hem om de vijftien dagen gaan; wie de perfectie wil bereiken, laat hem iedere week gaan.“[5]

Het steekt heel nauw om een goede biecht af te leggen, want er staat hierin veel op het spel. De duivel wil niet dat we gaan biechten en als iemand tot de biecht nadert,  probeert hij strikken te zetten opdat de biecht niet goed wordt gedaan, zoals Don Bosco goed beschrijft: „De eerste strik betekent dat ze hun zonden verzwijgen. Dat ze niet aan de biechtvader de zonden belijden, die ze begaan hebben. De tweede strik betekent dat ze ze biechten zonder berouw, zonder oprecht verdriet en bezwaar te voelen dat ze God beledigd hebben. De derde strik betekent dat ze zich niet voornemen om zich te verbeteren, en dat ze zich niets aantrekken van de raadgevingen van de biechtvader.“[6]

Ik eindig met een voorbeeld van Don Bosco waarin hij het belang toont van de devotie tot Maria en het goede dat een goede biecht doet.

Omdat er een ernstig zieke dame in het ziekenhuis lag, koppig vastbesloten dat ze geen enkele priester wilde ontvangen, liet men Don Bosco halen, die zo snel mogelijk arriveerde. De dame zei aan Don Bosco dat ze alleen als hij haar genas, ze al haar zonden zou biechten. Don Bosco, zonder haar verzoek af te wijzen, gaf haar een medaillon van Maria Auxiliadora, die de dame, na het medaillon gekust te hebben, heel tevreden aan haar hals plaatste. De aanwezigen, vol verbazing, verlieten op verzoek van Don Bosco de kamer, en lieten hem alleen met de dame. Don Bosco zegende haar en zij maakte het kruisteken; hij vroeg haar sinds hoe veel tijd ze niet gebiecht had en begon de biecht… „Toen ze klaar was, zei ze me: Wat denkt u? Daarnet nog maar wilde ik niet biechten en nu heeft u mij de biecht afgenomen. Ze was heel tevreden. – Wel, ik weet niet wat ik moet zeggen, zei ik: ziet u, het is de Heilige Maagd, die wil dat u gered wordt. En ik liet haar achter met de gevoelens van een goede christen.“[7]

Moge God ons de genade schenken om te volharden in onze goede voornemens, vooral wat betreft het afleggen van goede biechten en heilige communies. Dat de Heilige Maagd Maria ons helpt om de stormen te overwinnen en onze zielen wit als sneeuw te houden.

[1] Komt laat ons de zaak afhandelen, zegt Jahwe. Zouden uw zonden, die als scharlaken zijn, wit kunnen worden als sneeuw? Zouden zij, rood als purper, kunnen worden als wol? (Jesaja 1,18)

[2] Ze liepen dan ook naar Hem toe en maakten Hem wakker met de uitroep: „Meester, Meester, wij vergaan!“ Hij stond op, richtte zich met een dwingend woord tot de wind en het woeste water; ze bedaarden en het werd stil. (Lc 8,24)

[3] In het sacrament van de biecht kan iedere mens op bijzondere wijze de barmhartigheid, dat is te zeggen, de liefde die sterker is dan de zonde… Oneindig zijn de gereedheid en de kracht van de vergeving die onophoudelijk voortvloeien uit de wonderbare waarde van het offer van Jezus. (H. Johannes Paulus II, Encycliek dives in misericordia 13)

[4] Autobiografía de Don Bosco, Ed. Salesiana, Lima, 1977, p. 18.

[5] Memorias Biográficas 12, 566.

[6] Memorias Biográficas 9, 594-596

[7] Memorias Biográficas 9, 337-338.

Reacties kunnen niet achtergelaten worden op dit moment.