In onze Spiritualiteit leert ons dat ‘al wie een perfect leven wil leiden niets anders hoeft te doen dan verachten wat Christus verachtte (op het Kruis) en liefhebben wat Christus liefhad (op het Kruis).
Zoals Hij ons op het kruis leerde wat we moeten liefhebben, zo gaf Hij als Kind in Betlehem al een voorbeeld van wat in ons hart zouden moeten hart moet groeien kijkend naar wat in Zijn Hart groeide.
We mogen nooit nalaten om de onuitputtelijke schat van deugden te overwegen van het Hart van Jezus. Deze rijkdom beschouwen moet zonder weerga het ereteken, het teken van onderscheiding zijn van ons Instituut.
In de stal, als op Zijn eerste Leerstoel, gaf het Mensgeworden Woord ons een les, geschreven in Zijn Kinderhart :
Een les van Liefde tot de Eeuwige Vader :
Op dat ogenblik beschouwde Zijn Ziel de oneindige majesteit van de Vader en ervaarde “de onvatbare immensiteit van zijn overvloed”, en tegelijkertijd beschouwde Hij de immense belediging van God – in zekere zin oneindig – door de zonden van alle mensen uit alle tijden en het tekort aan slachtofferzielen tot op dat moment. Hij begreep waarom de Vader Hem Priester en Slachtoffer had gemaakt – reden van Zijn Menswording – en door de impuls van Zijn onuitsprekelijke liefde deed Hij een overteffende priesterlijke daad door Zich helemaal aan Zijn wil over te geven.
De liefde tot Zijn ouders :
Tot Zijn Moeder : in Zijn navolging zijn we geroepen om zo intens mogelijk de zogeheten mariale kinderlijke vroomheid te beoefenen wat fundamenteel overeenkomt met de vroomheid van Jezus, haar behandelen zoals Hij, in deelname van Zijn vroomheid. Dit betekent Maria liefhebben door Jezus’ Hart dat in ons leeft door de genade, als een nieuwe persoonlijke beleving van deze liefde van Jezus tot Zijn Moeder, zoals een nieuwe opbloeiing van de liefde van Zijn Hart in het onze.’
Tot Zijn vader : door de sublieme waardigheid van de heilige Jozef als voedstervader van Jezus kunnen we de weerspiegeling ontdekken van de majesteit en oneindige liefde van de Eeuwige Vader, die aan de heilige Jozef een straaltje van Zijn eigen goddelijk vaderschap heeft willen meedelen. De heilige Jozef was voor Jezus op aarde de plaatsvervanger, de vertegenwoordiger van God de Vader. Hij vertegenwoordigde de autoriteit en majesteit, de heiligheid, de voorzienigheid en wijsheid, de macht en Zijn leven en bovenal Zijn Liefde. En Jezus die in de heilige Jozef Zijn Eeuwige Vader herkende en liefhad, is het eerste voorbeeld en bron van onze devotie tot deze grote heilige.
Als we van Jezus en Maria houden moeten we ook teder van de heilige Jozef houden: we kunnen aan hem denken, hem ijverig aanroepen, hem navolgen in zijn liefde tot Jezus en Maria.
De les van liefde voor de mensen :
Propter nostram salutem, voor onze redding : al wat Onze Heer deed, ook in het zoete Betlehem, diende om ons Zijn liefde te tonen.
In een preek (‘Hangend aan het Kruis’, Las Servidoras II p. 112) zegt Pater Buela :”Aan het kruis dacht Hij aan Zijn heiligen… dacht Hij aan elk van ons”. In deze Heilige Nacht zouden we kunnen zeggen :” Liggend in Zijn kribbe zag Hij de sterren, zag Hij de vele generaties van Zijn kinderen die Hij kwam redden, want Hij had ons eerst lief.
Vragen we in dit Kerstfeest de genade om de grootheden van het Hart van het Kindje van Betlehem te mogen navolgen en lief te hebben wat Hij liefhad : de Eeuwige Vader, Maria, Jozef en al onze broeders.