Paasvreugde

Golgota en Passen

Het gebeurde in Jeruzalem, op de berg Golgota, maar ook in de liturgie van de Kerk ervaren onze zintuigen opnieuw wat geschied is.

Op Golgota werd het stil, nadat Christus zijn laatste woorden gesproken had: “In uw handen Heer beveel ik mijn geest.”(Lc 23,46) De liturgie van de kerk herdenkt het ieder jaar weer op Goede Vrijdag en verstild haar gezangen, wachtend op het aanbreken van die derde dag. Bij het weerklinken van het “gloria” tijdens de Paaswake, beginnen de bellen weer te luiden, zet het orgel in en zingt het volk van God uit volle borst dat de “Victimae Pascali” verrezen is, “alleluja”.

Op Golgota zagen wij het lijden van Christus. Zijn geslagen, verwonde lichaam aan het kruis genageld en Zijn sterke moeder vol smarten aan Zijn voeten. Zij stond rechtop, Maria Magdalena lag gebukt onder het kruis en de jonge Johannes stond er naast: “Zoon, zie hier uw moeder”(Jn 19,27), zei Jezus nog tot hem, als tegen ons. Aan weerskanten van Jezus een kruis, op het ene de goede, en op het andere de slechte moordenaar. Vandaag nog zal die eerste bij Hem in het Paradijs zijn. Het werd duister alom, totdat in de paasnacht het vuur werd ontstoken om haar licht aan de Paaskaars te geven: “Lumen Christi”. Wij allen konden onze kaarsjes verlichten aan Zijn licht. De lege kapel hebben we nu de veertig vastendagen voorbij zijn, extra vol bloemen gezet; witte lelies, anjers, fresia’s, aronskelken en veel lentegroen, want het leven heeft de dood overwonnen. Zij laten zien dat de poorten van het paradijs door Jezus geopend zijn.

Op Golgota konden wij het menselijk leed van Christus ruiken, het bloed dat aan zijn lichaam kleefde en het kruishout bedruipte. Ook ruiken wij er het koortszweet dat de Heiland voor ons verdragen moest. Als wij de kerk van het Heilig graf in Jerusalem bezoeken, vinden we bij de ingang een marmeren plaat, waarop de overleden Heer gebalsemd werd. Het aroma van de nardusbloem komt ons tegemoet zodra we binnentreden. Zo moet de zachte geur van het gebalsemde lichaam dat uit de dood verrezen is, geweest zijn. Als je in Jeruzalem geweest bent kun je nooit meer de geur van de verrijzenis vergeten!

Op Golgota raakten wij zijn vijf wonden aan. Hoe diep zijn de wonden van de nagels die Zijn handen en voeten aan het hout sloegen! Op zijn hoofd de stekende doornen van de kroon, die zijn huid diep schaafden. Zijn lichaam was één open wond, alles deed pijn en nog zei Hij: “Vader, vergeef het hen, want zij weten niet wat zij doen” (Lc 23,34). Na de glorievolle verrijzenis was alle pijn voorbij. Thomas mocht zijn hand in Zijn zijdewond leggen en voelen dat dit werkelijk het lichaam van de verrezen Jezus was.

Op Golgota proefde Hij de bitterheid van eenzaamheid en verlaten zijn. Waar waren wij, toen Hij aan het kruis hing? Waren wij in Maria, in Johannes, in Maria Magdalena aanwezig? Jezus zei: “Ik heb dorst”(Jn 19,28) en men gaf Hem azijn te drinken. Nu vieren wij Pasen en eten en drinken in Zijn gedachtenis vele lekkernijen. Paaseieren alom, want zij herinneren ons aan het leven, dat Jezus ons is komen brengen, leven in overvloed en dat voor eeuwig! Alleluja.

Maria de Anima Christi

21 april 2014

Reacties kunnen niet achtergelaten worden op dit moment.